2 | Situatieve Therapie


Integrative Therapy 3D is het combineren van elkaar versterkende interventies op zowel lichamelijk, psychisch, als contextueel niveau. Situatieve therapie is de 2e dimensie van de Integrative Therapy 3D die de praktijk als multi-dimensionale methode aanbiedt. Situatieve therapie is de manier waarop de praktijk contextuele therapie implementeert.
Contextuele therapie is een nieuwe ontwikkeling binnen de psychiatrie en psychotherapie van de laatste jaren, die klachten niet meer opvat als symptomen van een “stoornis” van het individu.
Vanuit deze alternatieve benadering worden klachten gezien als lichamelijke en psychische reacties op contextuele (situatieve) factoren. Dat wil zeggen: als reactie op de situatie waarin de persoon zich vroeger bevond en zich nu in bevindt. Onderzoek laat zien dat contextuele factoren van groot belang zijn voor therapie-effectiviteit.


1 Open systeem
Het integratieve uitgangspunt van situatieve therapie is dat een mens niet van zijn sociale leefomgeving en persoonlijke situatie afgescheiden kan worden (net zomin als van zijn lichamelijke, biologische staat).
Je gevoelens, gedachten en gewoonten leiden geen eigen, autonoom leven in jezelf, maar ontstaan als reactie op de situatie waarin jij je bevindt en bevond.
Situatieve therapie sluit aan bij de algemene systeemtheorie van Bertalanffy, die stelt dat elk geheel meer is dan haar delen.
Als mens ben je niet een afgesloten systeem van gevoelens en gedachten, maar een open, interactief systeem.
Een eenheid die reageert op het omvattende sociaal-maatschappelijke systeem, waarin jij je bevindt.
Waarbij de situatie invloed uitoefent op jou en jij invloed uitoefent op je situatie.
2 Gevoel en situatie
Voor situatieve therapie is je situatie het onderwerp van verandering, en zijn je situatieve gevoelens en gedachten het uitgangspunt.
Het doel is om een negatief ervaren situatie ten goede te veranderen.
Dan worden je negatieve gevoelens en gedachten over de situatie vanzelf positief.
Het doel van situatieve therapie is dus om te handelen naar je gevoelens over de actuele situatie, ondanks gevoelens uit oude situaties, die je daarvan af kunnen houden.
Leef vanuit je gevoel, niet met je gevoel als doel
Vanuit die benadering is het doel niet om negatieve gevoelens en gedachten te veranderen, los van de situatie.
Want dan gaan je gevoelens reageren op je gevoelens, in plaats van op je situatie (en kan je negatieve gevoelens ontwikkelen over negatieve gevoelens, etc.).

3 Situatie-betrokken of zelf-betrokken
Gevoelens en gedachten ontstaan niet alleen in reactie op de situatie waarin je je bevindt.
Zij ontstaan ook in reactie op hoe anderen feedback geven over jou.
In situatieve therapie worden daarom twee soorten gevoelens en gedachten onderscheiden:
- situatieve gevoelens en gedachten over je situatie
- zelfbetrokken gevoelens en gedachten (oordelen) over jezelf.
Een voorbeeld:
Als je met een hamer een spijker in een stuk hout slaat, kijk je naar de spijker en ben je als het ware de hamer (is je lichaam verlengd met de hamer).
Als je de spijker onbedoeld mist, zijn er twee mogelijkheden: je kijkt naar de spijker om er weer bovenop te slaan, of je kijkt naar jezelf hoe je hamert en probeert dat te veranderen.
- In het eerste geval blijf je situatiebetrokken en zal je de spijker snel weer raken en geleidelijk steeds beter.
- In het tweede geval reageer je zelfbetrokken en neemt de kans meer en meer af dat je de spijker nog zal raken.
Waardoor je zelfbetrokkenheid en frustratie steeds groter zal worden, tot je uiteindelijk stopt met timmeren en niet alleen de spijker en de hamer, maar ook jezelf vervloekt.
Zo kan de gedachte “Ik wil dat graag” twee betekenissen hebben.
- Het kan over de situatie gaan: “Ik wil DAT graag” (en anderen willen liever IETS ANDERS),”
- Of het kan over jezelf gaan: “IK wil dat graag (terwijl ANDEREN liever iets anders willen).”
Ook de gedachte “Ik vind dat vervelend” kan twee betekenissen hebben.
- Het kan over de situatie gaan: “Ik vind DAT vervelend (en anderen vinden het LEUK),”
- Of het kan over jezelf gaan: “IK vind dat vervelend (terwijl ANDEREN het leuk vinden).”
4 Spanning
In sociaal contact kan vaak een spanning voren komen tussen situatieve en zelfbetrokken gevoelens.
En dat situatieve gevoelens overstemd kunnen worden door zelfbetrokken gevoelens, wanneer de laatste gevoelens sterker zijn.
De gedachte “Ik wil DAT graag” wordt dan bijvoorbeeld: “Ook ik heb dat NIET NODIG”.
En de gedachte: “Ik vind dat VERVELEND” wordt dan: “Ook ik zou het LEUK moeten vinden.”
Zo kunnen zelfbetrokken gevoelens voorkomen dat je vanuit je situatieve gevoelens ingaat op een wenselijke of onwenselijke situatie.
Waardoor ongewenste situaties voort kunnen blijven duren en diverse klachten en problemen kunnen ontstaan.
Jezelf veranderen is je situatie accepteren
Je situatie veranderen is jezelf accepteren
Het doel van situatieve therapie is om situatieve gevoelens te bevrijden van remmende, belemmerende gevoelens en oordelen over jezelf.
Niet door die remmende oordelen en gevoelens te willen veranderen – want dat werkt doorgaans averechts. Als je bijvoorbeeld angst wil verminderen, vergroot je meestal juist die angst.
Wat wel werkt is om naar de situatie te handelen ondanks die angst voor het oordeel van anderen over jezelf (dus door blootstelling aan die angst; “desensitisatie”). Als je naar de situatie handelt, zal je merken, dat de angst gaat verdwijnen.

5 Positieve en negatieve gevoelens
In spirituele bewegingen, zelfhulpcursussen, en coachingsvormen kan het soms gebeuren dat je leert om te werken aan negatieve gevoelens en gedachten.
En ontvang je oefeningen om die te vervangen door positieve gevoelens en gedachten.
Het zonder onderscheid bestrijden van negatieve gevoelens of gedachten kan onbedoeld tot zelfverwerping leiden.
Wanneer negatieve gevoelens over ongewenste situaties bestreden worden, ben je je eigen situatieve gevoelens over die situatie aan het verwerpen.
Daardoor forceer je jezelf om die voor jou ongewenste situatie te accepteren.
Dat kan leiden tot aangepast, sociaal-wenselijk gedrag ten koste van jou en je eigen behoeften.
De onoplosbare paradox:
(kan een effect op zichzelf effect hebben?)
Negatieve gevoelens over jezelf willen veranderen, betekent ook:
je negatieve gevoelens over je negatieve gevoelens willen veranderen;
betekent dus: je negatieve gevoelens niet willen veranderen…
En wanneer het om langdurig zich herhalende situaties gaat kan zo’n manier van denken een permanente zelfkritische houding tot gevolg hebben, wat tot dubbel negatieve gevoelens kan leiden:
- Negatieve gevoelens over de ongewenste situatie
- En negatieve gevoelens over je eigen negatieve gevoelens
Langdurig negatieve gevoelens hebben betekent dat je je permanent ongelukkig kan voelen.
En een langdurige kritische houding naar jezelf kan leiden tot voortdurende zelfbetrokkenheid en tot een blijvend gevoel van minderwaardigheid – waarbij je de sociaal-maatschappelijke situatie als impliciete maatstaf neemt om aan te voldoen.
In situatieve therapie daarentegen neem je al je gevoelens en gedachten, die voortkomen uit het ervaren van een situatie, positief én negatief, serieus.
Want voor situatieve therapie kunnen óók negatieve gevoelens over iets of iemand in een situatie heel waardevol zijn.
Omdat deze kunnen aangeven op welke manier je die situatie als onwenselijk ervaart, en om welke verandering de situatie dus vraagt.

6 Oordeel en actiebereidheid
Over iedere actuele situatie waarin je je bevindt, heb je vanzelf een oordeel (of je wil of niet) – zoals je vanzelf een oordeel hebt over de positieve of negatieve invloed die er vanuit de situatie op jou uitgeoefend wordt.
En in iedere situatie mobiliseert dat oordeel je automatisch om tot actie te komen, om de situatie positief te beïnvloeden.
Met andere woorden: in elke situatie ontstaat een met het oordeel overeenkomstige “actiebereidheid”.
Een actiebereidheid die ook tot uiting komt in het mobiliseren van lichamelijke processen: van hormoonafgifte, gewijzigde bloedsomloop, hartslag, ademhaling tot spierspanning en lichaamshouding.
“Emotie is bewustzijn van actiebereidheid – de bereidheid om relaties met de omgeving of met een of ander intentioneel object daarin te handhaven of te veranderen.
Men ervaart die actiebereidheid als gemotiveerd of veroorzaakt door situaties die getaxeerd worden als relevant, urgent en betekenisvol met betrekking tot manieren om ermee om te gaan; de situaties grijpen het subject aan, en grijpen hem lichamelijk.”
Dit schrijft professor Nico Frijda, in zijn standaardwerk over emoties. [Frijda, Nico H.: The Emotions. Cambridge University Press, Paris, 1986; 4.11, p257].

Maar niet alleen de actuele situatie zet aan tot actiebereidheid.
Vergelijkbare situaties in het verleden kunnen je geleerd hebben om automatisch te anticiperen op (bijvoorbeeld) de negatieve invloed die daarin op jou werd uitgeoefend.
Negatieve invloed die werd uitgeoefend om je aan te zetten tot aanpassing, en tot het onderdrukken van je situatieve impuls.
Negatieve ervaringen die in jou een angst deden ontstaan voor herhaling in vergelijkbare situaties.
Een dergelijke angstige anticipatie kan dan een remmend en belemmerend effect hebben op je situatieve actiebereidheid.
In dat geval wordt er een anticiperende actiebereidheid uit het verleden gereactiveerd, die je situatieve actiebereidheid onderdrukt.
Professor Frijda legt uit:
“Expressief gedrag kan onderdrukt worden en het kan worden uitgesteld.
Het komt tevoorschijn wanneer de onderdrukking wordt opgeheven of wanneer het juiste moment om te handelen is gekomen; het komt tevoorschijn wanneer het niet meer door inhibitie (red. “belemmering”) kan worden tegengehouden of wanneer de inhibitie is verminderd.
Het kan zich ook helemaal niet openbaren, bijvoorbeeld wanneer de onderdrukking in stand blijft of wanneer de situatie zich vanzelf oplost voordat het gedrag de vrije loop wordt gelaten.”
[Frijda, Nico H.: The Emotions. Cambridge University Press, Paris, 1986; 2.8, p69]

7 Angst en vermijding
Van oorsprong is de functie van angst en verwerping om gevaar te vermijden en om schade te voorkomen.
Angst is een naar gevoel. Van nature handel je vanuit dat gevoel op de situatie, door fysiek of sociaal gevaarlijk gedrag te vermijden.
Zo neem je automatisch de nare gevoelens van angst weg, zodra die opkomen.
Want door vanuit je angst te handelen creëer je veiligheid.
En het wegnemen van angst door vermijding voelt goed (zo goed zelfs dat talloze kermisattracties en durf-sporten daarop gebaseerd zijn).
Dan geef je toe aan je angst: stel je je angstige gevoelens gerust door je ernaar te gedragen.
En zullen die angstige gevoelens inderdaad tijdelijk verminderen of verdwijnen.
En door zo succesvol te handelen, wordt de neiging om dat in de toekomst weer te doen versterkt – worden deze angstige gevoelens in toekomstige situaties juist extra bekrachtigd.
Daardoor zal je in de toekomst nog sneller naar de angst handelen; treedt er angstige gewoontevorming op.
In fysiek bedreigende situaties is dat heel functioneel, is het belangrijk om goed en snel naar de angst te luisteren.
Handelen uit angst bekrachtigt de angst
8 Sociale angst en pijn
In sociale situaties echter kan het onverstandig zijn om naar de angst te luisteren.
Vooral wanneer je die angst vroeger hebt opgedaan in vergelijkbare maar andere situaties, in een andere sociale positie, bij andere mensen.
Toch kan het moeilijk zijn om je aan die gewoontevorming te onttrekken.
In nieuwe situaties zal je automatisch ‘sociaal gevaarlijk’ gedrag blijven vermijden, uit angst voor een herhaling van de sociale verwerping en pijn.
Want sociale pijn is reëel: het blijkt dat sociale pijn dezelfde hersengebieden kan activeren als fysieke pijn.
Wat betekent dat de angst voor sociale pijn ook zeer reëel is.
Het kan er voor zorgen dat je de angst kan hebben om je anders op te stellen dan anderen (of een belangrijke of dominante ander).
Dat je de angst kan hebben om je eigen situatieve gedachten uit te spreken, wanneer die afwijken van de gedachten van anderen.
Ook dan geef je toe aan je angst: stel je je sociaal angstige gevoelens gerust door je ernaar te gedragen.
En zullen die angstige gevoelens inderdaad tijdelijk verminderen of verdwijnen, maar zal de neiging om dat in de toekomst weer te doen worden versterkt.
Door sociaal vermijdingsgedrag worden sociaal angstige gevoelens in toekomstige situaties juist extra bekrachtigd.
Hoe meer je overeenkomt met anderen
hoe meer je van jezelf verschilt

Op die manier heeft sociale verwerping zich uiteindelijk omgezet in sociaal vermijdingsgedrag, door middel van zelfverwerping.
Uit angst ga je dan niet meer vanuit je eigen ervaring en behoefte in op de actuele situatie, maar richt je je op het aanpassen van je houding en gedrag aan het gedrag van anderen.
Je gaat sociaal wenselijk gedrag vertonen om sociaal afwijkend gedrag te voorkomen.
Je (fysieke en mentale) situatieve mobilisatie wordt dan geïnhibeerd door je sociaal wenselijke mobilisatie.
Door te voldoen aan (veronderstelde) verwachtingen probeer je het negatieve oordeel van anderen over jou te vermijden.
Je hoopt op die manier sociale veiligheid te scheppen, maar schept tegelijkertijd veel problemen:
- je bent ontrouw aan jezelf, hebt minder vertrouwen in jezelf
- je doet je anders voor, waardoor anderen verkeerde verwachtingen van je krijgen
- je ervaart spanning in je lichaam door de tegengestelde mobilisaties, wat tot klachten kan leiden
- de angst voor het oordeel van anderen leidt tot gevoelens van zelfverwerping
- een situatie die mogelijkheden biedt laat je onbenut
- en een onwenselijke situatie blijft onveranderlijk negatief
Door te handelen uit angst voor afwijzing
wijs je jezelf af
Wanneer je dit wil veranderen en zelfbetrokken, sociaal wenselijk gedrag wil transformeren tot meer situatiebetrokken handelen, zal je tegenstand ondervinden.
(1) Telkens zal de angst protesteren en nare gevoelens oproepen.
En deze angst en nare gevoelens zullen des te groter en hardnekkiger zijn, naar mate je geleerd hebt om duidelijker en veelvuldiger sociaal wenselijk te zijn.
(2) Ook je sociale omgeving raar kan raar opkijken en zelfs kan gaan protesteren, wanneer je je naar hen minder sociaal wenselijk gaat opstellen (en meer situatiebetrokken).
Want door je vroeger sociaal wenselijk op te stellen heb je verwachtingen geschapen omtrent de voor hun wenselijke omgang met jou, verwachtingen die dan niet terecht blijken te zijn.
(3) Dan kan het zelfs gebeuren dat diegenen die moeilijk kunnen omgaan met ander dan jouw sociaal wenselijke gedrag, minder met je om willen gaan wanneer je meer situatiebetrokken gaat handelen.
Voor sommigen bijvoorbeeld, kunnen de voordelen van jouw sociaal wenselijke gedrag de belangrijkste reden geweest zijn om met je om te gaan. En voor anderen, kan ander dan sociaal wenselijk gedrag ook als onveilig en zelfs bedreigend worden ervaren.

Situatieve Therapie kan je effectief ondersteunen in meer situatiebetrokken zijn, in meer jezelf worden.
(1) Angst en nare gevoelens kunnen verminderd worden door psychotherapie en lichaamstherapie voor exposure en ontspanning.
(2) Protesten uit je omgeving kunnen omgezet worden in respect en sympathie, door te leren anderen met je mee te laten leven.
(3) En het verlies van een contact dat uitsluitend sociaal wenselijk was, kan gecompenseerd worden door het aangaan van nieuwe contacten, contacten die juist de eigen manier zullen waarderen waarop jij je situatiebetrokken uit.
Op die manier helpt Situatieve Therapie je om je situatie naar je eigen zin te transformeren, en je leven te veranderen.
Door je situatie te transformeren, transformeer je vanzelf ook zelf
